In Leiden moeten jonge schaatsers hun droom kunnen najagen

Zeven jaar was Kjeld Nuis, toen hij in de Leidse Menkenhal het scholenkampioenschap schaatsen won. “Ik stond daar op dat ereschavotje en voelde me net Rintje Ritsma. Dat was zo machtig mooi. Ik herinner me dat gevoel nog goed.” Vanaf dat moment had Kjeld maar één doel. Hij ging wereldkampioen schaatsen worden.

Dat begon met lid worden van de IJssport Vereniging Leiden (IJVL). Een keer per week trainde hij in de Menkenhal aan de Vondellaan. De wedstrijdjes kwamen al heel snel, vertelt de inmiddels drievoudig Wereldkampioen en tweevoudig Olympisch kampioen. “Moest je om 5 uur je bed uit en in het pikkedonker naar de hal om om 7 uur aan de start te staan. De wedstrijdjes moesten namelijk afgelopen zijn voordat de schaatsbaan openging voor het publiek.” Ook de trainingsuren liepen snel op tot een paar keer per week, waarvan een keer in de Uithof in Den Haag.

Snelle gasten waren voorbeeld

Kjeld (30) heeft mooie en vooral ook koude herinneringen aan de Leidse schaatsbaan. “Het was altijd zo enorm koud in de Menkenhal. Zeker als je zo vroeg begon. Het is een schaatsbaan rondom een ijshockeyveld, afgezet met een metershoge houten rand. Als je dus klein was, of diep zat, zag je de snelle rijders nooit aankomen. Best gevaarlijk eigenlijk maar ik vond dat supermooi. Zo hard wilde ik ook gaan! Die snelle gasten, dat waren mijn voorbeelden. Als er wedstrijden waren reden wij ons warm op de ijshockeybaan – even dat deurtje door, ik zie het zo weer voor me – en dan konden we op de binnenbaan mee schaatsen als een vriend de wedstrijd reed.”

“Het is een klein baantje. Als ik er nu op zou schaatsen zou ik op het lange stuk denk ik één slag kunnen maken en dan moet ik alweer de bocht in. Maar voor kinderen is het prima. Je kunt het er goed op leren.”

Veel goede schaatsers in Zuid-Holland

Kjeld was niet het enige talent in die tijd. Hij zat samen met de IJVL-jeugdleden Laurine van Riessen en Roxanna van Hemert in Jong Oranje. En ook Margot Boer schaatste bij IJVL. Letterlijk en figuurlijk een gouden generatie. “Zuid-Holland heeft, net als Friesland, veel goede schaatsers voortgebracht. Die traditie moeten we in ere houden”, vindt Kjeld.

Een schaatsbaan is daarbij onontbeerlijk. “Ik had de mazzel dat mijn ouders mij altijd wilden helpen. Ook toen we naar Zoeterwoude verhuisden. Dat is echt geluk want het is voor ouders een behoorlijk opgave. Als je ouders allebei werken of om andere reden niet kunnen, dan moet je in je eentje met je schaatstas naar de baan kunnen. Als die twintig of dertig kilometer verderop is wordt dat voor een jong kind al snel niet te doen. Ik gun echt elk kind dat net zo gek van schaatsen is als ik, de mogelijkheid om net zo goed te worden.  In een stad als Leiden moeten jonge schaatsers hun droom kunnen najagen. De lengte van de baan is daarbij niet zo belangrijk. Het gaat om het gevoel en de doorstroommogelijkheden. Dat is belangrijk bij het ontwikkelen van talent.”

Toekomstige kampioenen maken

De schaatsverenigingen in de Leidse regio zijn robuust. Er is een echte schaatscultuur in het gewest Zuid-Holland. De basis is er, aldus Kjeld, om toekomstige kampioenen te maken. Wat ontbreekt zijn moderne faciliteiten. “Hoe mooi mijn herinneringen aan de Menkenhal ook zijn, een nieuwe, duurzame baan met goede faciliteiten is hard nodig.” “En”, haast hij zich te zeggen, “vergeet ook de fijne horeca niet zodat het voor ouders ook wat aangenamer wordt”. “Voor sporters moet alles altijd allemaal kloppen. Het gevoel moet goed zijn. Dus dat er mogelijkheden zijn, dat er een beetje voor je gezorgd wordt. Dat creëer je met een moderne baan. En dat is goud waard.”

Kjeld Nuis had naast een schaatsbaan ook een goede sportschool

Drievoudig Olympisch schaatskampioen Kjeld Nuis legde de basis voor zijn succes in Leiden. De schaatsbaan aan de Leidse Vondellaan en de sportschool Leonardo College maakten het mogelijk dat hij vaak op de schaatsen kon staan. Beiden worden de komende jaren vernieuwd. De gemeente trekt de komende jaren 60 miljoen uit om twee nieuwe sportcomplexen te bouwen. Een nieuw combibad met ijshal aan de Vliet en een indoorsportcentrum met topsporthal en gewone sporthal waar onder andere het Leonardo College gebruik van gaat maken. Daarnaast krijgt het Leonardo een nieuw schoolgebouw. Kjeld is enthousiast. “Fantastisch dat er zo geïnvesteerd wordt in de sport in Leiden. Echt heel goed. Dat gaat een enorme impuls geven, dat kan niet anders. En goed ook dat het Leonardo een nieuw gebouw krijgt. Het is een fantastische school. Helemaal als je gek bent op sport is alles daar mogelijk. Ze hebben me altijd enorm geholpen om te komen waar ik nu ben. Het is goed om te horen dat ze mooie nieuwe voorzieningen krijgen pal naast een gloednieuw sportcomplex.”